Vanaf 2000 starten de eerste procedures tegen de Leiewerken. Zo heeft het OCMW van Kortrijk schade opgelopen aan een loods in de Havenkaai. Iets correcter: het OCMW heeft als eigenaar de grond in erfpacht gegeven aan een bedrijf. Na de gerechtelijke expertise komen de partijen in 2006 tot een minnelijke schikking. Volgens de deskundige is het gebouw rijp voor de sloop.
We beschikken over een kopie van de conclusie van het deskundigenverslag. De gerechtsexpert schat de schade als gevolg van verzakkingen en trillingen op 125.000 euro. In de dading is de erfpachter tevreden met een schadevergoeding van 50.000 euro. En het OCMW mag het pand op kosten van aannemer De Nul laten afbreken. De procedure is gestart in 2001 en de minnelijke regeling beklonken ergens in 2005 of 2006. In het Koning Albertpark durven we daarvan niet eens dromen.
In 2010 valt het OCMW opnieuw in de prijzen. Bij de voorbereidende werken aan de Budabrug kraakt het nabije herenhuis in de Budastraat plots in tweeën. Hetzelfde aan de andere kant van het water met de apotheek op de hoek van de Overleiestraat en de Fabriekskaai. Beide gebouwen gaan ook voor de bijl.
Verlopen de schaderegelingen voor het OCMW relatief vlot, dan is dit voor de particuliere schadelijders allesbehalve het geval.
Vanaf 2006 starten in het Koning Albertpark de eerste rechtszaken. In de zaak van Geert Vandepitte zal professor Jean Berlamont als gerechtsdeskundige de waterproblematiek onderzoeken. In de andere zaken van het Albertpark beperken de experts zich tot de gebouwschade (verzakkingen en scheuren) en wachten voor de waterschade op de bevindingen van Berlamont.
Eerstgeboorterecht
Het is een vreemde situatie: de wateroverlast is een probleem voor het hele Albertpark, maar Vandepitte heeft de bedenkelijke eer om als enige voor de hele site de wateroverlast op te lossen. Het is één David tegen vele Goliaths: Vandepitte tegen DVW, de stad, de aannemers en hun verzekeraar. Maar ja, de helft van de andere bewoners hebben in ruil voor wat euro’s al het minnelijk voorstel van DVW ondertekend. Zij kunnen geen kant meer op: voor een bord linzensoep hebben ze hun eerstgeboorterecht verkocht (zie Buurman, wat doet u nu?).
Ingenieur Jean Berlamont, prof aan de KU Leuven, is een naam als een klok in de wereld van de waterbouwkunde en, zeg maar, de Eddy Merckx onder de rioolspecialisten. We peilen bij Jacques Lannoo, oud-docent aan de PIH (Howest) en gerenommeerd expert, naar een reactie.
Dit lezen we in onze aantekeningen: ‘De wateroverlast in het Albertpark en het college is op basis van mijn informatie een complex probleem. Als iemand dit kan oplossen, dan is het professor Berlamont. Maar ik stel me vooral vragen over zijn onafhankelijkheid tegenover de tegenpartijen. Eigenlijk ken ik zelfs geen enkele Belgische expert die zich voldoende onpartijdig kan opstellen. De rechtbank zou beter een expert uit het buitenland aanstellen’, besluit Lannoo.
Coulissen
Goed, maar we leven eenmaal niet in een ideale wereld en we moeten het met Berlamont doen. Tijdens het plaatsbezoek verklaart de prof meteen al, alvorens hij zijn stoel achteruitschuift om aan de vergadertafel plaats te nemen: ‘Dit is een eenvoudig probleem met een eenvoudige oplossing: een drainage.’
De woorden van Jacques Lannoo indachtig zijnde geeft dit ons de indruk dat de zaak op voorhand al ergens achter onze rug in de coulissen is afgehandeld. Dit ruikt vies, maar toch zetten we een stap vooruit: de gerechtsdeskundige maakt de aanleg van een collectieve drainage met aftakkingen naar alle tuinen van het Albertpark mogelijk.
Gerechtsdeskundige Berlamont doet in maart 2008 nog een bemiddelingspoging, maar wij vertrouwen het zaakje niet. Het rapport Snoeck in opdracht van de stad (zie vorige blogtekst) en een pak andere documenten in ons archief laten uitschijnen dat er iets niet pluis is met die oude riool, en het wordt hier steeds maar natter.
In juni 2006 heeft DVW aan de rioolschouw nabij de Leie zitten prutsen, en sindsdien vloeit inderdaad voortdurend rioolwater stroomopwaarts richting enkele kelders van het Albertpark. We moeten continu pompen. Niet meteen een situatie waar je echt vrolijk van wordt.
Hercule Poirot
We vragen aan gerechtsdeskundige Berlamont om naast het grondwaterprobleem ook duidelijkheid te scheppen in de rioolproblematiek. Hij weigert dit en zegt dat dit niet behoort tot de opdracht die hij van de rechtbank heeft gekregen. Vervolgens lokt de deskundige een waardeloze semantische discussie met onze advocaten uit.
We herinneren ons de profetische conclusie van onze advocaten Patrick Verhamme en Bert Verhaeghe na de bitse woordenwisseling met de deskundige alsof het de dag van gisteren was: ‘Professor, het is niet de bedoeling van een gerechtelijke expertise dat we hier over vijf jaar weer moeten samenzitten voor hetzelfde probleem.‘
Eerlijk gezegd, wij hier allemaal in het Albertpark weten dan – anno 2008 – nog niet half wat er met dat oud rioolstelsel aan de hand is. Maar de gerechtsdeskundige wil geen klaarheid scheppen. Om ons eens te verplaatsen naar de wereld van Agathie Christie: als inspector Japp bij de pakken blijft zitten, zit er niets anders op dan dat wij als een Hercule Poirot de zaak zelf gaan uitvlooien. We hebben onze vondsten verwerkt in deze rioolschetsen.
- Uit plannen in het stadsarchief kunnen we opmaken dat in totaal vijf woningen van het Albertpark op het oud rioolstelsel van het college waren aangesloten. De leidingen van die riolen bevinden zich uiteraard nog in de kelders. We bezorgen deze plannen aan de deskundige.
- We gaan zelf de bewuste rioolput S1 (die in 1998 en 2006 door DVW tijdelijk werd leeggepompt) nabij de Leie inspecteren. We zien dat de afvoer richting Leie is afgesloten door een oud verroest schot. Zo’n schot dient om bij hoogstand van de Leie neergelaten te worden om terugstroming te vermijden. Deze rioolschouw met schot is een bewijs van vroegere aansluiting op de Leie.
- We vragen het werfverslag van de camera-inspectie van de riolen (13 juni 2006) op samen met de schetsen van het rioolstelsel die directeur Donckels van het college heeft opgemaakt. Het lijkt er steeds meer op dat dit rioolstelsel ongeveer de hele waterhuishouding van het college regelt. De situatie is dus veel ernstiger dan we tot dan toe konden vermoeden. Het rioolstelsel is bovendien zo lek als een zeef, zo leert het werfverslag. We bezorgen deze documenten aan de deskundige.
- Verhelderend is ook het onderhoud met de aannemer die het hele rioolverhaal van het college heeft opgevolgd. We mogen geen kopieën van de werfverslagen nemen, wel inkijken en aantekeningen maken. We bezorgen die aan de gerechtsdeskundige:
– Het rioolstelsel van het college bestaat uit 4 buizen met diameters tussen 50-70 cm (een gewone straatriool: dat is doorgaans iets in de orde van 40 cm). Dit is dus een reusachtig buizenstelsel.
– De aannemer weet te vertellen dat eind 2005 bij nieuwe werken de omleiding van de riolering per ongeluk met damplanken werd doorboord. Een tweede belangrijk raadsel is daarmee opgelost: dus daarom stonden we van de ene dag op de andere in het Albertpark onder water!
– Bij een camera-inspectie op 13 juni 2006 zijn slechts 2 van de 4 buizen onderzocht. De inspectie van leiding richting sporthal-Albertpark moet worden afgeblazen. Na 35 m bereikt de camera hier een andere rioolput. Die put bevindt zich pal onder het prefabgebouw van het Sint-Maartensziekenhuis. Hoe slaagt de stad erin in strijd met de wettelijke bepalingen toelating te geven om boven op een rioolschouw te bouwen? Deze prefab krijgt telkens van de stad een verlenging van de tijdelijke bouwvergunning van 5 jaar.

– En hoe het komt dat we sinds juni 2006 onafgebroken rioolwater uit onze kelder moeten pompen? Dat hebben we te danken aan een kunstgreep van projectingenieur Serpentier van DVW. Die bestaat uit niks meer dan een overloopje in de vorm van een PVC-buis van 20 cm diameter tussen rioolput S1 en de nieuwe collector van de Diksmuidekaai. N.B., de riolen van het college lozen op peil 9.91, terwijl Serpentiers buisje afvoert op peil 10.27. Als de collector van de Diksmuidekaai volstroomt, dan kan het water daar tot het peil 11.74 stijgen. En onze tuinen liggen een halve meter lager… Dit is knoeiwerk. Die ingreep van Serpentier functioneert zoals het overloopje van uw bad met dien verstande dat het niveau van het Albertpark zich onder dat van het overloopje bevindt.
Case closed, zou je denken. Vergeet het. Gerechtsdeskundige Berlamont komt een tweede keer ter plaatse, niet om de situatie uit te klaren, maar om in de tegenaanval te gaan. In zijn verslag schrijft hij nu dat ‘Vandepitte nog steeds in de oude riool achteraan loost en zich daarmee schuldig maakt aan illegaal lozen waartegen de stad moet optreden’. Pure nonsens.
Waar haalt hij dit? Enkele eigenaars in het Albertpark waaronder Vandepitte hebben in 1999 serieuze kosten gemaakt om hun waterhuishouding om te keren en aan te sluiten op de nieuwe straatriool vooraan. Als toetje mochten sommigen ook nog eens investeren in een pompinstallatie om continu het water komende van het college – dus andermans water – uit hun kelders weg te pompen.
De facturen hiervan hebben we aan de deskundige bezorgd. Maar blijkbaar is onze topspecialist in riolen plots niet meer in staat de simpelste materiële vaststellingen te doen. Net als een Eddy Merckx die de pedalen kwijt is en plots het verschil niet meer kent tussen zijn freins en zijn dérailleur.
Ondanks al onze niet te miskennen overtuigingsstukken houdt de gerechtsdeskundige het bij de eenzijdige mondelinge nonsensicale verklaring van tegenpartij Serpentier: ‘Bij de afbraak van de woningen in de Diksmuidekaai en voorbereidingen voor de sanering aldaar (in juni 1998, red.) is er inderdaad vastgesteld dat een oude riolering vanuit het voetbalveld (die op geen enkel plan stond) loosde in het stort (…). Deze riolering, die in lamentabele staat was, maakte geen verbinding met een andere leiding, maar eindigde gewoon ter hoogte van dit stort.’ En de deskundige neemt ook maar aan dat de oude riolering ‘louter nog een drainerende functie heeft,‘ zoals Serpentier verklaart.
Aquafin
Deze passage uit het deskundigenverslag van Berlamont is je reinste flauwekul. Ten eerste is er van een stort helemaal geen sprake. Dit blijkt duidelijk uit de bodemanalyses uit 1998 na de ontdekking van de bodemvervuiling in het Albertpark – de Vettekaai – (en dit wordt later nog eens door de bodemonderzoeken van 2018 bevestigd).
In het eindrapport van Ovam valt niks te lezen over de aanwezigheid van een ‘stort’ ter hoogte van die riolering in de Diksmuidekaai. Het is weinig waarschijnlijk dat Ovam zich zou hebben vergist. We bezorgen dit verslag aan de deskundige. Maar ook dit document maakt op de gerechtsdeskundige geen indruk.
En het beste moet nog komen. Helaas pas nadat deskundige Berlamont in 2010 zijn eindverslag bij de rechtbank heeft neergelegd, krijgen we een brief van Aquafin in handen van 19 mei 2006 gericht aan DVW en de stad. Het is de brief waarin Aquafin toestemming verleent voor Serpentiers ‘tijdelijke verbinding‘, dat PVC-buisje tussen de oude riolering en de collector van de Diksmuidekaai: ‘We kunnen akkoord gaan om het gemengde afvalwater van het dak (…) en het sanitair afvalwater van de sporthal aan te sluiten op de collector (…). Dit als tijdelijke oplossing voor jullie probleem van wateroverlast. We wensen jullie erop te wijzen dat op termijn een oplossing dient gezocht te worden voor de afkoppeling van het dakoppervlak van de sporthal en eventueel speelplaats en andere gebouwen op het regenwatersysteem. We wensen dan ook op de hoogte gehouden te worden omtrent de aanpak en de planning van deze afkoppeling. Dit schrijven wordt eveneens overgemaakt aan de stad Kortrijk en het Sint-Amandscollege.’

Met andere woorden: dat hele verhaal uit 1998 van een oude riool die eindigt in een stort en louter nog een drainerende functie heeft, is larie en apekool. Het gaat over een riolering die in 2006 volgens de brief van Aquafin nog effectief in gebruik is. In 2010 stellen we vast zelfs dat er nog vuilwater wordt in geloosd. Heeft de rechtbank rioolspecialist Jean Berlamont aangesteld om de problemen op te lossen of het geklungel van de ingenieurs Frank Serpentier van DVW en Frans Vandenbossche van de stad toe te dekken? Het is helaas dat laatste.