Jean-Pierre De Bandt is de pionier van de zakenadvocatuur in België. In 1969 startte hij het kantoor dat later het gerenommeerde De Bandt, Van Hecke & Lagae werd en in 2002 als Linklaters internationaal ging. Sinds hij pensioengerechtigd is, heeft De Bandt nog een eigen praktijk waarmee hij de belangen van de gewone man verdedigt. Trends-journalist Hans Brockmans schrijft op 16/04/2009: ‘Sinds kort ontdekt Jean-Pierre De Bandt de onderkant van justitie. En schrikt hij van de wantoestanden.’
Uit het interview:
Trends: Is er een groot verschil in de manier waarop grote bedrijven en uw huidige pro-Deoklanten door justitie worden behandeld?
Jean-Pierre De Bandt: ‘Ik ben niet alleen verbaasd, maar ook een beetje beschaamd dat ik dat wezenlijke en zeer grote verschil nooit eerder heb vastgesteld. Misschien zijn alle Belgen gelijk voor de wet, maar voor justitie zijn ze dat niet.’
‘Het is schrijnend hoe de administratie met de burger omspringt. De voorbije jaren heb ik de klassenjustitie in de praktijk meebeleefd. Ik ben er echt van geschrokken. Het recht voor gewone mensen verschilt totaal met dat voor de grote, zeker buitenlandse bedrijven. Jan Modaal stoot op kafkaiaanse toestanden. Voor ondernemingen rolt de overheid overal de rode loper uit.’
Hij die het aandurft om voor de schade aan zijn eigendom de Vlaamse administratie en de stad aan te klagen, zal boeten. Nochtans vragen we niks meer dan dat de problemen veroorzaakt door de Leiewerken op een correcte manier en binnen een redelijke termijn worden afgehandeld: daar heeft elke Belg recht op.
Dat door de immense Leiewerken gebouwen in de omgeving schade zouden oplopen: het stond in de sterren geschreven. De aannemers legden meerdere bouwputten aan. Daarvoor worden damplanken in de grond geheid. Vervolgens worden de putten droog gepompt. Een compleet afgesloten en waterdichte bouwput aanleggen is praktisch onmogelijk. Dus wordt ook grondwater uit de ruimere omgeving weggepompt: dit heet in technische termen ‘bronbemaling’. En bronbemaling leidt haast onvermijdelijk tot verzakkingen.

We hebben het ook gezien bij de bouwput van de K-Tower die eind 2015 werd gegraven. Het duurde niet lang of een deel van de nieuwe Diksmuidekaai begon een cm of 10-15 te verzakken. Intussen zijn onder de betrokken partijen al afspraken gemaakt over de herstelling van de kaai.
Maar zij die schade leden onder de Leiewerken, zijn voor de rechtbank na meer dan 10 jaar nog steeds het voorwerp van een kafkaiaanse voorstelling. Geen enkele gerechtsdeskundige durft te concluderen dat de woningen beschadigd zijn door verzakking. Althans, dat is zo wanneer een gewone burger schade lijdt. Als de overheid – zoals bv. het OCMW (zie verder) – benadeelde partij is, dan worden verzakkingen blijkbaar wel vlot erkend en eindigt de procedure binnen korte termijn op een minnelijke regeling met DVW.


Een eigenaar uit het Albertpark dagvaardde in 2006. De gerechtelijke expertise verliep moeizaam. Gerechtsdeskundige Noël Derluyn vertikte het om rekening te houden met de tegensprekelijke plaatsbeschrijving van de woning die vóór de Leiewerken werd opgemaakt. Onze advocaten Patrick Verhamme en Bert Verhaeghe zijn uiteindelijk genoodzaakt om de rechter te verzoeken in te grijpen. De rechter stelt hen in 2012 in het gelijk.
Het tussenvonnis zegt: ‘Deze tegensprekelijke plaatsbeschrijving heeft in essentie een bewijsfunctie. In principe is het zo dat de schade die niet beschreven werd vóór de aanvang van de werken, wellicht veroorzaakt werd door de uitgevoerde werken.’ Mooi, maar de schadelijder werd wel vriendelijk verzocht om de kosten voor de eerste, geprotesteerde expertise voor te schieten: ruim 12.600 euro.
Dus volgt er een tweede expertise. Ook de nieuwe gerechtsdeskundige krijgt van de rechter de opdracht o.a. ‘om aan de hand van de stukken te onderzoeken in welke mate de opdrachtgevers en de uitvoerders van de werken rekening hebben gehouden met de bestaande toestand (…) en te bepalen in welke mate zo de schade had kunnen vermeden worden.’
Maar het verloopt allemaal o zo moeilijk. De eigenaar beschikt over vaststellingen van landmeters vóór en na de werken waaruit blijkt dat enkele woningen meerdere cm zijn verzakt en dat de toestand nog steeds niet is gestabiliseerd. Maar ook de nieuwe gerechtsexpert ontkent het zonlicht en wil die verzakking als oorzaak van de schade niet erkennen. Of DVW of de aannemers wel voldoende maatregelen hebben genomen om de schade te beperken, verkiest de expert niet te onderzoeken: het zou de kosten van de expertise te veel doen oplopen. Als schadelijder moet je je daar uiteindelijk bij neerleggen.

Als we even teruggaan naar de beruchte informatievergadering vóór aanvang van de werken in ’t Waaihof (16/09/1997). Daar verzekert ingenieur Spruytte van DVW: ‘In het bestek zijn strenge eisen gesteld inzake geluid, trillingen en andere werflasten. Palen en planken moeten geheid worden volgens de laatst gekende uitvoeringstechnieken waarbij nagenoeg trillingsvrij wordt gewerkt en schade zo goed als onbestaande zal zijn.’
Pardon, trillingsvrij? Het was hier inderdaad ‘het bombardement van Kortrijk,’ zoals senator Jacques Laverge in de al even legendarische gemeenteraad van 1985 had voorspeld. De huizen daverden op hun grondvesten en telefoonkabels en waterleidingen knakten. Tijdens de gerechtelijke expertise moest projectingenieur Frank Serpentier (DVW) uiteindelijk toch toegeven dat de aannemers na de eerste fases van de Leiewerken zijn overgeschakeld naar lichtere trilkoppen. Maar daar koop je als schadelijder in de rechtbankprocedure weinig of niks mee.
En nu terug naar de rechtszaak: de expert stuurt meerdere jaren aan op een minnelijke schikking, maar DVW weigert steeds. Hij legt zijn eindverslag dan maar op 22/04/2016 bij de rechtbank neer. Kostprijs voor dit rapport is deze keer ruim 17.000 euro, eveneens voor te schieten door de schadelijder. Als je als schadelijder na een jaar of 15 nog niet mentaal bent gekraakt, probeert DVW een nieuwe tactiek uit: de financiële Kaltstellung. Deze eigenaar zit in 10 jaar tijd aan 30.000 euro expertisekosten alleen al. DVW zal dit eens terugbetalen wanneer het haar behaagt (zie conclusie: DVW dicteert de wet).
Enkele andere schadelijders die het hebben geriskeerd om te dagvaarden, vergaat het niet veel beter. In drie zaken overlijdt de aangestelde gerechtsdeskundige in de loop van zijn expertiseopdracht. Diens nalatenschap dient vereffend te worden, en de schadelijders mogen dus onmiddellijk de factuur voor de niet-beëindigde opdracht betalen.

De nieuwe gerechtsdeskundige neemt rustig zijn tijd en legt zijn definitieve verslag in 2017 neer. Wat opvalt: de weeral exuberante facturen. Schadelijder Sebastian Demeyere uit de Ijzerkaai mag na de 6.600 euro aan de overleden professor Van de Putte, nu aan expert Luc Vancalbergh bijna 17.000 euro betalen voor een vrij ondermaats deskundigenverslag. Het is bijna het dubbele van het erkende schadebedrag aan diens woning. Zijn broer Thomas, die naast hem woont, ondergaat hetzelfde lot.

De Ijzerkaai, dat was zowat 10 jaar aan een stuk de verwoeste gewesten. De Leie werd er rechtgetrokken, er zijn nieuwe kades gebouwd en er werd een nieuwe weg aangelegd. Met de zwakke, alluviale ondergrond aan de Leieboorden heeft onze waterwegbeheerder DVW geen rekening gehouden. De eigen technische adviseur van Sebastian Demeyere stelde bovendien vast dat de voorgevel is beginnen overhellen richting Leie en dat er tussen voor- en achtergevel een verzakking van 6 cm is ontstaan. Da’s niet niks.
Maar de gerechtsdeskundige schakelt over in de tegenaanval en stelt de schadelijder zelf aansprakelijk: zogezegd omwille van slecht uitgevoerde renovatiewerken aan de woning. Bij de renovatie heeft de eigenaar de voorgevel op vier plaatsen laten verankeren. Twee van die verankeringen zijn zichtbaar. De andere zijn ingewerkt in de muur.

Sebastian Demeyere, zelf een architect uit een notoir architecten- en ingenieursgeslacht, kan dit ook perfect aantonen aan de hand van de architecturale plannen. Maar voor de gerechtsdeskundige tellen die niet: er zijn maar twee ankers zichtbaar, dus is het een slecht renovatieproject en is de eigenaar mee aansprakelijk voor de schade aan zijn woning. Kafka had dit wellicht niet beter verzonnen.


Het volgende is een perfect voorbeeld van hoe DVW de werken heeft voorbereid en welke de bedrijfscultuur in die administratie is. Deze eigenaars uit de Ijzerkaai moesten tijdens de loop van de werken plots vaststellen dat DVW voor de horizontale verankering van de nieuwe kademuur, wegens plaatsgebrek enkele tientallen horizontale trekankers tot onder de woningen heeft geboord.
Mantra
Dit is naast een technische oorzaak van de schade ook een juridische zaak. Dit is een erfdienstbaarheid waarvoor de bouwheer – DVW dus – voorafgaandelijk toestemming moet vragen aan de eigenaars. DVW vond die goedkeuring van de eigenaars de moeite niet: de wet geldt voor alle Belgen, maar niet voor de Vlaamse administratie.
Deze woningen zijn er momenteel zeer slecht aan toe. De schade verergert nog steeds. De technisch adviseur van de eigenaars stelt dat, als de woningen moeten worden herbouwd, er geen paalfundering meer mogelijk is. En wat antwoordt de gerechtsdeskundige: ja, er is een erfdienstbaarheid, maar die sluit geen paalfundering uit omdat de trekankers in een hoek van 45 en 38 graden zijn aangelegd, en een plaatfundering is zeker ook nog mogelijk (zie expertiseverslag p. 17). Met andere woorden: DVW mag zich alles permitteren.
De gerechtsdeskundige heeft zich vervolgens beziggehouden met te analyseren welke van de honderden scheuren, barsten en spleten zouden kunnen het gevolg zijn van de Leiewerken. Dan kom je natuurlijk rap aan een honorariumnota van 17.000 euro. Tussen haakjes: in al deze zaken wijst DVW elk minnelijk voorstel van de hand omdat haar verzekeraar weigert tussen te komen. Dit is zo’n beetje het tegenovergestelde van goed bestuur, ooit het mantra van de democratische pleitbezorger Yves Leterme.